Het levenspad is smal en steil en vol gevaar. Wie het wil betreden moet een volwaardig mens zijn geworden. De toegangspoort ervan wordt door een Verschrikkelijke bewaakt, en om hem te overwinnen heeft men de moed van een krijger nodig.
De leerling vroeg:
Zeg mij, o Oude, wat zijn de kenmerken van een volwaardig mens, en van welke aard is de moed van de krijger?
Lees verder in: De Berbers
Altijd op zoek naar de resten van oude beschavingen kwam ik
in een van de encyclopedische werken van William Corliss1
een beschrijving van de Dhlo-Dhlo, of Danamombe ruïnes, tegen. De restanten
van een immens groot bouwwerk uit de glorieuze tijden van prehistorisch Zimbabwe
in zuidelijk Afrika. Tegenwoordig zijn het niet meer dan opvallend sierlijk
gekromde stenen muren die eigenlijk alleen nog in het oog springen vanwege hun
hoogte en de vijfhoekige stenen2 die bij de bouw
zijn gebruikt. Was dit complex het spirituele hart van prehistorisch Afrika,
de zetel van een van de mysteriescholen die de wereld lang, heel lang geleden, kende?
H
istorici
hebben slechts een vaag beeld van de ouderdom van de Dhlo-Dhlo ruïnes.
Volgens Wikipedia3, een van de weinige bronnen die er iets over zeggen, zouden de Gokomere rond 500 n.Chr. het gebied hebben bevolkt en hebben zij dit bouwwerk rond het jaar 1000 gebouwd.
Maar is dit wel zo? Zou het niet kunnen zijn dat dit bouwwerk veel
Beweeg cursor over
plaatje voor meer foto’s
ouder is dan het lijkt? Zou het niet duizenden of misschien wel tienduizenden
jaren oud kunnen zijn en stammen uit het tijdperk waarin de grote Egyptische
bouwwerken werden neergezet? Dit is een tamelijk wilde slag maar er lijkt een
interessant verband te bestaan tussen deze overblijfselen en de tempels van
Egypte, daarover later meer. Bovendien stelt de genoemde ‘autoriteit’
op internet dat de Gokomere een Bantu-sprekende groep van migrerende boeren
is geweest. Maar zouden boeren zulke merkwaardige en gecompliceerde bouwwerken
neerzetten? En dan ook nog eens de moeite nemen om vijfhoekige stenen te gebruiken?
Wie
een klein beetje bekend is met de anatomie van het menselijk lichaam zou bovendien
nog iets heel
Beweeg cursor over plaatje voor vergroting
anders kunnen zien. Let eens op de opvallende gelijkenis van het bouwwerk met een
menselijk hart. Dat is te zeggen in grote lijnen. De vraag
is dan, waarom zouden mensen een gebouw maken in de vorm van een hart? Of nee,
laten we ons liever eerst afvragen of dit bouwwerk dat volgens historici
dienst deed als fort en later als geitenstal, ook inderdaad een fort zal zijn
geweest?
Het weinige dat is gevonden spreekt het
gebruik als fort tegen. Er zijn geen wapenresten gevonden, noch zijn er
restanten van duidelijke uitzicht- of geschuttorens te zien. Evenmin spreekt
de literatuur over ondergrondse of verborgen vertrekken of ruimtes. Wel
zijn er in de muren patronen gevonden van chevrons, ruiten, visgraten
en touwen en zoals we uit De Geheime Leer4
van mw. Blavatsky kunnen opmaken, kunnen die tot de oude occulte of mystieke
symbolentaal worden gerekend. Het enige dat enigszins in de buurt van
een defensieve functie kan komen is het feit dat de ruïnes op een heuvel
liggen, maar dan nog sluit dat het gebruik voor mystieke en/of religieuze
doeleinden niet uit.
Welnu, als er geen verschil van mening bestaat dat de meeste bouwwerken
uit de oudheid eerder een mystieke of spirituele betekenis hebben gehad dan
een of andere wereldse, komen snel nieuwe aanknopingspunten naar voren. Inderdaad,
alle prehistorische bouwwerken uit Egypte, Zuid- en Midden-Amerika, Thailand
en Indonesië en zelfs die van Engeland dienden eerder een heilig dan een oorlogszuchtig
of economisch doel. We kunnen er niet één vinden die een ander dan religieus
of mystiek doel heeft gediend. Zelfs als we in de stenen van Stonehenge niet
meer dan een astronomisch observatorium kunnen herkennen, moet dat zijn geweest
met de ware astrologie als uitgangspunt. Immers het begin van de vier heilige
jaargetijden speelde een eminente rol in de ontwikkeling van mysteriescholen.
Maar waarom een hart?
Dan blijft de vraag, waarom de vorm van een hart? Misschien
wilde men de herinnering aan de oude visie van het zonnestelsel als een bezield
organisme en de eeuwige omzwervingen van de mens daarin, en zijn eeuwige ontwikkeling
van een niet-zelfbewuste godsvonk tot een volledig zelfbewuste God, levend houden?
Zoals mevrouw Blavatsky in De Geheime Leer (I, 596) schrijft is
‘De zon het hart van de zonnewereld (het zonnestelsel) en
zijn brein is verborgen achter de (zichtbare) zon. Vandaar worden gewaarwordingen
uitgezonden naar ieder zenuwcentrum van het grote lichaam, en de golven van
de levensessentie vloeien in iedere slagader en ader ... De planeten vormen
zijn ledematen en geven zijn ritme aan ...’
Op die en de volgende pagina lezen we verder dat
De zon in abscondito (in het verborgene) is de voorraadschuur
van onze kleine Kosmos, wekt zelf zijn levensfluïdum op en ontvangt evenveel
als hij uitzendt’, en de zichtbare zon is slechts een raam dat
is uitgehakt in het werkelijke paleis en de tegenwoordigheid van de zon,
dat echter nauwgezet het interieur weerkaatst.
Dan is het te verklaren dat veel bouwwerken uit de oudheid
een samenhang vertonen met bekende sterrenbeelden. Zie het imponerende werk
van Graham Hancock en Santha Faiia in De Spiegel van de Hemel, waarin
de schrijvers/onderzoekers hun best hebben gedaan om aan te tonen dat de opvallende
prehistorische bouwwerken die over de aarde verspreid liggen
een kopie zijn van de grote sterrenbeelden en zo met elkaar in verbinding staan.
Voor een beter inzicht in het waarom van de bouw van
die monumenten kunnen we ook nog denken aan de verklaring van De Purucker5
dat de Grote Piramide in de oudheid een mystieke tempel was waarin de neofiet
zijn reis door de innerlijke werelden begon waardoor hij het proces van in-
en excarneren bewust kon ervaren, en dan ontdekken we dat ook andere heilige
ondergrondse plaatsen, holen en grotten, een zelfde doel kunnen hebben gediend.
Ondergrondse verblijfplaatsen (als replica van de baarmoeder) met nauwe, smalle
tunnels waren ideale ruimtes om de wedergeboorte van een initiant tot een succes
te maken.
De
grote piramide met zijn gangen en kamers, was tenslotte een esoterische replica
van de hiërarchische opbouw van de kosmos, met zijn lagere (de put), middelste
(koninginnekamer) en hogere (koningskamer) niveau. Het moet voor de neofiet
een helse opgave zijn geweest om op eigen kracht in het duister de weg omhoog
te vinden, naar de hoogste ruimte te klimmen en te klauteren, daar zijn lichaam
neer te leggen en dan innerlijk verder te trekken. Maar ...
... als de leerling tenslotte zegeviert in de strijd met
het zelf en erin slaagt het bewustzijn te verruimen en op zekere dag het
centrum zal bereiken en vandaar door zijn eigen willen en handelen zal
worden getrokken in de levensstromen van de inwijding, zullen die hem
meevoeren op de mystieke pelgrimstocht.
— G. de Purucker, De Vier Heilige Jaargetijden,
blz. 42.
De Egyptische bouwwerken kunnen behulpzaam zijn geweest
bij het bevrijden van de mens uit deze wereld en het volgen van de onzichtbare
wegen die ster met ster verbinden, maar hoger dan dat staan de liefde en het
mededogen met de lijdende mensheid die de ingewijde hier op aarde houden. Dan
kunnen we ons voorstellen dat het hart van de Dhlo-Dhlo een misschien nog wel
belangrijker centrum kan zijn geweest, hoewel uiterlijk niet zo imponerend.
Het hart dat hetzelfde is als de zon, én goud, dat ondanks alles zuiver
blijft en dat bovendien wordt gevonden rond de Dhlo-dhlo-ruïnes!
Misschien zijn de ruïnes van Dhlo-Dhlo wel met de tempels
van Egypte verbonden, aangezien zij, geografisch gezien, vrijwel recht naar
het zuiden onder de grote piramiden en tempels van Egypte liggen, dat wil zeggen,
aan dezelfde meridiaan of lengtegraad. Bovendien ontspringen halverwege de heuvel
twee riviertjes waarvan de een in noordelijke richting (de Shangani)
en de andere (de Umtshingwe) in zuidelijke richting stroomt.
Het hart en de zon zijn bronnen van liefde en leven.
Een gebouw dat die functie zou hebben, of zou symboliseren, zou inderdaad sober
van opbouw zijn geweest, uiterlijk minder indrukwekkend, meer introvert dan
extravert. Terwijl de rationele en intellectuele architectuur van Egypte een
hoekige en precies en nauwkeurig uitgemeten vormgeving laten zien, hebben de
ruïnes van Dhlo-Dhlo vooral ronde muren, die zachtheid, liefde en troost
uitstralen. Het hoofd berekent, het hart zegent.
Het gaat hier niet alleen om de circulatie van het levensfluïdum,
het eeuwige leven van de pelgrim, die wij alle zijn. Vergeet niet dat wij slechts
ruwweg éénhonderdste van ons werkelijke bestaan geïncarneerd
op aarde doorbrengen.
Ook karma moet stromen
Maar mij dunkt dat die pompfunctie van het hart niet
alleen op het fysieke niveau werkt. Ook karma moet stromen. Ja, misschien zouden
we wel kunnen zeggen dat ook de moraliteit, de hogere geestelijke kwaliteiten,
zijn eigen cyclische ritme kent? Met andere woorden, ook het doorstromen van
karma moet van belang zijn voor het behoud van de geestelijke gezondheid. Zoals
de Kleine Prins al heel eigenwijs zei:
Het
is een kwestie van orde. ’s Morgens na het aankleden moet je zorgvuldig
je planeet schoonhouden. Je moet je ertoe zetten de apebroodbomen uit te trekken,
zodra je ze van een rozestruik kunt onderscheiden. (...)
Ik heb een planeet gekend waar een luiaard woonde. Hij had
drie struikjes verwaarloosd ...
En die planeet heb ik uitgetekend, naar de aanwijzingen
van het prinsje. Ik wil hier geen zedepreken houden. Maar het gevaar van
de apebroodbomen is zo weinig bekend en zo ernstig voor iemand, die op
een asteroïde zou verdwalen, dat ik voor één keer een uitzondering maak.
dus zeg ik: ‘Kinderen, pas op de apebroodboom!’
— Antoine de Saint-Exupéry, De Kleine Prins,
blz. 22
Het onkruid moet voortdurend worden gewied, ook op geestelijk
gebied, met liefde, anders raken de wegen onbegaanbaar en stokken verkeer en
communicatie. Karma moet vrij, maar ook gedisciplineerd kunnen stromen. Isolatie,
verstarring, het vastklampen aan verworvenheden, kunnen de doodsteek vormen
voor wie of wat dan ook, voor een volk, een land, een dorp. Innerlijke beweging
of doorstroming is een voorwaarde voor geestelijke en lichamelijke gezondheid.
We kunnen ons nu misschien wel voorstellen dat er ooit
een beschaving of een volk kan zijn geweest, waarvan de geestelijke bovenlaag
de gedachte aan de reis van de innerlijke mens levend heeft willen houden door
het ceremonieel passeren door dit bouwwerk met zijn speciale vormen. De impact
hiervan moet enorm zijn geweest. Als we onszelf voorstellen hoe ook wij ooit
de kans zullen krijgen de innerlijke reis naar het hart van de zon te maken,
dan zal een ceremoniele gang door en om Dhlo-Dhlo zeker inspirerend, vernieuwend
en verfrissend werken.
Stelt u zich nu eens voor dat een processie daar eens in een bepaalde
periode plaats zou vinden, bijvoorbeeld om de elf jaar, als onder de invloed
van de planeet Jupiter het hart van de zon weer ‘een nieuwe slag’
maakt. Zou dat dan niet betekenen dat ook daar in Zimbabwe een centrum van spiritualiteit
heeft bestaan, een van de vele mysteriescholen die de fakkels van geestelijk
licht doorgeven?
Het zou mooi zijn als een dergelijk complex nog eens zou worden
herbouwd waardoor de betekenis van het hart en de zon aan kracht zouden winnen.
Ons belangrijkste orgaan is er niet alleen om ons fysiek gezond te houden. Een
groot hart waarschuwt ons ook voor roekeloos en egoïstisch gedrag. Zoals
De Purucker als zei: ‘Als men de mensen leert juist en edel te denken,
dan leert men hun juist en edel te leven en juist en edel te sterven.’
Als we luisteren naar ons hart, echt luisteren, horen we de waardevolle aanwijzingen
die druppelsgewijs uit de geestelijke bron van ons leven stromen. En die zijn
goud waard.
1) William R. Corliss, Ancient Man: A Handbook of Puzzling
Artifacts, The Sourcebook Project, Glen Arm, Maryland 21057, blz. 266-271. [Terug naar de tekst]
2) Over het getal vijf schrijft Blavatsky in De Geheime Leer (I,
219): “De vijfpuntige ster stelt de mens voor. (...) In Egypte werd de overledene
— zijn symbool is het pentagram of de vijfpuntige ster, waarvan de punten
de ledematen van de mens voorstellen — symbolisch voorgesteld als veranderd
in een krokodil. Hij was in werkelijkheid een draak en niet een krokodil. Hij
is de ‘draak van de wijsheid’ of manas, de ‘menselijke ziel’,
het denkvermogen, het verstandelijke beginsel, in onze esoterische filosofie
het ‘vijfde’ beginsel genoemd. (II, 659): Wij maken nog een opmerking
over het geheimzinnige getal vijf. Het symboliseert tegelijkertijd de geest
van het eeuwige leven en de geest van het aardse leven en de aardse liefde — in het menselijke samenstel.” [Terug naar de tekst]