Ha
(Aramees)
De minder (of kleine) heilige bijeenkomst. Een traktaat van de Zohar dat de verhandelingen van rabbi Shim‘on aan zijn zes overblijvende discipelen over de Sephiroth bevat, wat is gebaseerd op de Ha-’Idra’ Rabba’ Qaddisha’ (Zie volgende onderwerp).
Ha
(Aramees)
De grote heilige bijeenkomst. Een beschouwing van de
Ha
(Hebreeuws)
De verkleinde, de verzwakte, wat een afleiding en weerspiegeling impliceert. De gereflecteerde lichten vormen een kabbalistische term voor een kleinere hiërarchie van bouwers van een lagere macht.
Haan
Een erg occulte vogel, zeer geliefd onder de waarzeggers van de oudheid onder andere om zijn symbolische waarde. Volgens de
In de zoroastrische Avesta wordt de haan
Haas
De haas speelt een prominente rol in talloze mythen, vooral in die van het oude Egypte. We kunnen het symbool van de haas dan ook vrij vaak afgebeeld zien in hiërogliefen, zoals de god
We kunnen een opvallende overeenkomst ontdekken met de mythologie van de
De haas wordt beschouwd als een androgyn wezen, wat een typische eigenschap van de scheppende Logos is. Eros, de god van seksuele liefde, werd ook wel afgebeeld met een haas in zijn handen. De haas was ook gewijd aan Osiris en daarom een symbool van de maan.
Habel
(Hebreeuws)
Adem, mist, damp, leegheid. Alles wat maar met illusie te maken heeft, dat wat niet duurzaam is, en komt daarom overeen met het Sanskriet-begrip maya. In het boek Prediker (1:2) wordt habel vertaald met ijdelheid:
‘IJdelheid der ijdelheden; alles is ijdelheid’, zegt Prediker. (BvhO 115)
Hij is ook de zoon van Adam en Eva, Abel.
Hachamim
(Hebreeuws)
Wijze mensen, filosofen, staatslieden, magiërs — ook een enkele keer de historische magiërs.
Hades
(Grieks) [van
Zoon van Kronos en Rhea, broer van Zeus en Poseidon. Toen de drie broers de wereld onder elkaar verdeelden kreeg Hades de laagste sfeer, die soms werd vergeleken met Dis, Orcus of de Tartarus. Na Homerus werd dit gebied de Hades genoemd, waar laatstgenoemde met zijn partner Persephone het gezag over had. Dit komt overeen met de onderwereld, die gebieden van het astrale licht die zich uitstrekken vanaf de hoogste sfeer van kamaloka tot aan de diepste diepten van avīchi. Hoewel het meer beperkte gebruik van Hades slaat op kamaloka.
Hades wordt beschreven als een duister rijk in de diepten van de aarde, omgeven door rivieren. Maar de betekenis van onderwereld verschuift net naar gelang het standpunt dat op dat moment wordt ingenomen, zodat zelfs de aarde zélf soms wordt genoemd als de Hades.
De god Hades wordt soms Pluto genoemd, schenker van rijkdom omdat graan in de aarde groeit en in dit opzicht werd hij aanbeden als een god van de landbouw.
Hagar
(Hebreeuws)
De Egyptische dienstmaagd van Sarai (Sarah) die Abraham een zoon schonk, Ishmaël (Genesis 16). Sommige vertalers zien in Hagar de berg Sinaï, omdat de numerieke vertaling van haar naam 235 is, wat het aantal maancycli in 19 jaar is (SD 2:76).
Haima
(Sanskriet)
Goud, gelijk aan hiranya, ook winter. In de mystieke betekenis staat haima voor bepaalde objecten of entiteiten die van goud zouden zijn gemaakt in de zin van het allerbeste, het voortreffelijkste. Aldus werden de Himalaya’s zo genoemd omdat zij werden gezien als de beste onder de bergen en daarom vaak ‘haima’ (van goud) waren. Maar mogelijk werd pas later het woord vaker gebruikt om niet meer dan het idee dat iets van goud is gemaakt over te brengen en had het zijn oorspronkelijke inhoud verloren.
Hakim
(Arabisch)
Een wijze, een wijs man of een arts.
Titel van een gouverneur of rechter.
Halfgoden
Een van de ordes van halfgoddelijke leraren, geestelijke wezens in menselijke gedaante.
De Griekse schrijver Herodotus zegt dat de mensheid achtereenvolgens werd geregeerd door goden, halfgoden, helden en mensen. De Lemurische-Atlantiërs waren de eerste mensen die een dynastie kenden van spirituele koningen of geestkoningen, hoogontwikkelde levende deva’s of halfgoden. Er zijn ook de Chinese halfgoden Chin-nanga en Chan-gy, de Peruaanse Manco-Capac, de hindoe-rishi’s en de gepopulariseerde halfgoden van de oude Grieken, Romeinen en Egyptenaren. In het Gouden tijdperk van Saturnus zouden alle mensen halfgoden zijn geweest, en vele figuren in de mythologie die op een gegeven moment historische figuren blijken te zijn geweest en op een ander moment goden of symbolen, waren in feite halfgoden die ooit, lang geleden, onder de mensen leefden en die het grondplan voor nieuwe beschavingen hadden neergelegd en de mens hadden onderwezen en geleid en aan iedereen de kunsten en wetenschappen bekend maakten.
Halfgoden uit historische en prehistorische tijden die letterlijk waren neergedaald en de mensheid hadden onderwezen waren onder andere Osiris, de eerste Zoroaster, Kṛishṇa en Mozes.
Hallucinatie
Normaal gesproken staat een hallucinatie voor de waarneming van dingen die als onwerkelijk worden beschouwd, of als de ervaring van sensaties zonder een van buiten komende oorzaak waarbij vrijwel altijd de gedachte opkomt dat er iets mis is met het zenuwstelsel. Maar voor de occultist is hallucineren iets heel anders:
Het is een toestand die soms wordt veroorzaakt door een fysieke aandoening, soms door mediumschap en op andere tijden door dronkenschap. Maar het ontstaan van visioenen heeft weinig met het lichaam zelf te maken. Al die visioenen, vooral wanneer die door mediumschap worden teweeggebracht, worden voorafgegaan door een ontspanning van het zenuwstelsel waardoor altijd abnormale magnetische omstandigheden ontstaan die typische golven van het astrale licht aantrekken. Het zijn precies die golven van het astrale licht die de verschillende hallucinaties veroorzaken. Deze zijn echter niet altijd wat artsen zeggen dat ze zouden zijn, inhoudsloze en onwerkelijke dromen. Niemand kan zien wat niet bestaat —
Haltiat
(Fins) Meervoudsvorm, enkelvoud:
[Onzichtbare] bestuurders of genii. Volgens de Finse mythologie wordt alles in de natuur bestuurd door deze onzichtbare goden of kosmische geesten, die in het algemeen paarsgewijs worden voorgesteld. Zij zouden onsterfelijk zijn, in het bezit van een geest en kunnen worden onderscheiden in individuele vormen. De kleine van de hiërarchie waren als voertuig en wat hun krachten betreft echter minder goed te onderscheiden dan die van een hogere orde.
Halvemaan
[Van Engels
De maan in haar eerste kwartier of het figuur van een ronde boog of halvemaan. Een symbool van de maan dat in zijn hoogste betekenis de koningin van de hemel voorstelt, Diana, de eerbiedwaardige moeder van de aarde, zoals de zon de grote vader van alles is. In Egypte is zij verwant met Isis, in Griekenland en Rome met Aphroditē en Venus, in het Midden-Oosten met Astartē of Astaroth en vele andere maangodinnen, die vaak worden afgebeeld met de hoorns van een koe.
De rooms-katholieke Maria wordt soms staande op een halvemaan afgebeeld en als Venus-Lucifer werd ze veranderd in Satan, en zo veranderde de halvemaan in de hoorns van de duivel. Het symbool vindt ook een parallel in de ark of argha en is opgenomen in het Egyptische symbool van de zonneboot, en daarmee duidelijk maakt dat de maan het voertuig is van de zon. Daarnaast is de maan een drievoudig symbool en kan ook staan voor het lagere astrale licht, het liṅgaśarīra, en de vrouwelijke voortbrengingsfunctie. In het teken van Mercurius C stelt de halvemaan de mens voor. De halvemaan stelt zo ons lagere denken of de ziel voor, de cirkel is dan het hart of de geest en het kruis, staat voor de functies of het lichaam. Deze symboliek is ook terug te vinden in de symbolen van andere planeten: Saturnus G heeft het kruis boven de halvemaan, terwijl in het symbool van Jupiter F de halvemaan linksboven het kruis staat. Daarnaast is de halvemaan en de ster (onze zon) het embleem van de islam.
Hamadryade
[van Grieks
Bijna hetzelfde als een dryade maar wijst meer op het feit dat het leven van deze boom-elementaal verbonden was met die boom. Bij een dryade denkt men aan het feit dat de boom slechts de expressie is van het inwonende leven of de boomziel, een elementaal die zichzelf tot uitdrukking brengt door een boom. Bij de
Hamingja
(IJslands) Ook
Geluk, lot of rijkdom in de Noorse Edda. De beschermengel van een mens, de geestelijke ziel die hem leidt naar zijn bestemming. Zij daalde af van de nornen, die de hamingja’s van de wereld zijn. Het schenken van de eigen hamingja aan een ander is iemand zijn zegen geven of geluk toewensen. Wanneer een mens sterft vertrekt zijn hamingja en trekt zich terug in haar eigen goddelijke rijk.
Hamitische
In het algemeen zijn het de volken of stammen waarvan men aanneemt dat die afstammen van Cham, volgens de bijbelse legendes een van de zonen van Noach. Tegenwoordig worden de hamitische rassen door wetenschappers voornamelijk voor een filologische reden gebruikt, waarbij men verwijst naar een groep talen die voornamelijk door de oude Egyptenaren werd gebruikt naast de voor een belangrijk deel aangepaste versies die tegenwoordig nog door de moderne afstammelingen worden gebruikt, waaronder de kopten, de Libische of Berber-talen van Noord-Afrika en de Ethiopische talen van Oost-Afrika.
Hamsa
(Sanskriet) Ook
De mystieke zwaan of gans die de goddelijke wijsheid voorstelt buiten het bereik van de mens. Exoterisch een sprookjesachtige vogel die, toen melk werd gemengd met water, alleen de melk dronk en het water liet staan — waarbij melk een symbool is voor geest en water voor stof. Anagrammaticaal is hamsa
gelijk met
Hansa
(Sanskriet)
Hij die de hansa (de zwaan) als zijn voertuig gebruikt. Een titel van Brahman (onzijdig).
Hanuman
(Sanskriet) Ook
De aap-god van het elke vorm aan hebben kunnen nemen die hij zou wensen, slingerde grote rotsblokken weg, verplaatste bergen, steeg op in de lucht, greep de wolken en zou zich met Garuda hebben kunnen meten als het om de snelheid van het vliegen gaat. Volgens het verhaal waren Hanuman en zijn leger van halfmenselijke apen de bondgenoten van Rama, de avatara van Vishṇu, in zijn oorlog tegen de Rakshasa-koning van Lanka, Ravana, die de vrouw van Rama, de beeldschone Sita, had ontvoerd. Als adviseur van Rama en leider van zijn leger was Hanuman ongeëvenaard in durf, scherpzinnigheid en wijsheid, waardoor hij veel kon bereiken.
De diepe verering die de hindoes van alle tijden voor dit aapachtige wezen hebben gekoesterd is gebaseerd op een intuïtieve, maar niettemin doorgegeven herinnering aan de verbondenheid van mensen en de (kleinere) apen, die veel hechter was dan tegenwoordig, in Atlantische en zelfs Lemurische tijden. Hoewel de kleinere apen tegenwoordig een opzichzelfstaande stam vormen, waren zij oorspronkelijk door de Lemurische mensheid op de wereld gezet, net zoals de mensapen later waren voortgebracht door de geslachtsgemeenschap van onontwikkelde Atlantische wilden met de aapjes uit dat grijze Lemurische verleden. Daardoor kan er nog een spoor van onontwikkeld manas in de mensapen en de aapachtigen worden waargenomen.
Haoma
Ook
Er zijn twee haoma’s: de gele of gouden wereldse haoma die, als die was bereid door mensen, werd gebruikt om te offeren en de koning van de geneeskrachtige planten was, de heiligste en krachtigste van alle offers die in de geschriften van de mazdeërs worden beschreven. Deze haoma is gelijk aan het soma van de hindoes — de heilige drank die werd genuttigd in de tempels en waarvan nu wordt gezegd dat hij die ervan drinkt het vermogen van het verstand of het denken ontvangt.
De witte haoma (of
In de latere esoterische Perzische literatuur neemt Simurg de plaats van de haoma in bovenop de top van de berg Alborz. Uiteindelijk wordt hij de mythische vogel die geluk en rijkdom brengt aan hen die hij beschermt.
De vrucht van de haoma was de vrucht van de boom van kennis en wijsheid (later getransformeerd in de verboden vrucht) en lijkt op de appels van wijsheid en de pippala.
Hap
(Egyptisch)
Hep (later Hap) is een naam waarvan men gelooft dat hij is gegeven aan de Nijl door de voor-dynastieke Egyptenaren. Deze god werd altijd beschreven als een man met de borsten van een vrouw: het symbool van vruchtbaarheid en voeding.
Aangezien Egypte was verdeeld in een noordelijk en zuidelijk deel, nam de god twee aspecten aan:
Hap zou volgens de oude Egyptenaren in twee vormen hebben bestaan, een hemelse en een aardse en in dit opzicht was hij voor Egypte wat de Jordaan werd voor de joden en christenen, zowel in mystieke als wereldse zin. Hap is dus zowel de rivier van het leven als de rivier van de dood die moet worden overgestoken aan het begin van de reis van de overledene.
Har
(Egyptisch)
Het hart van Horus. Een titel van Horus in
Hara
(Sanskriet)
Dragen, wegnemen, wegvoeren, vernietigen. Ook de ‘vernietiger,’ gebruikt voor Śiva, eigenlijk in zijn rol als vernieuwer.
Hari
(Sanskriet)
Dit is vooral een bijnaam van Kṛishṇa als een avatara van Vishṇu. Op deze manier ook wel gebruikt voor andere goden, in het algemeen voor Śiva. Bovendien is het een alternatieve naam voor het teken Simha, de leeuw van de dierenriem — het woord betekent een leeuw en is ook de naam van de zon, de maan, de paarden van Indra en van een van de negen varsha’s of delen van de wereld.
Als een bijvoeglijk naamwoord staat hari voor de kleur geel of groen.
Harikesa
(Sanskriet)
Een van de zeven belangrijkste stralen van de zon, ook staat het voor Savitri. Als een bijvoeglijk naamwoord staat het voor gele of gouden haren (blond?). Het is een titel die vooral aan Śiva wordt gegeven.
Hari’s
(Sanskriet)
Dit zijn de twaalf grote goden of jaya’s die uitstralen uit Brahmā als hij het heelal en alles dat erin is tevoorschijn brengt.
Harivamsa
(Sanskriet) Ook
De lijn van afstamming van Hari of Kṛishṇa. Een beroemd gedicht dat uit 16.374 verzen bestaat en dat in het algemeen wordt geacht een deel van het
Harmachis
(Egyptisch) Ook
Horus van de twee horizonnen. Een aspect van de god dat vooral verwijst naar de zonnegod Ra. De twee horizonnen stellen de dag-zon en de nacht-zon voor, oftewel zonsondergang en zonsopkomst. De voornaamste plekken voor deze aanbidding waren te Annu (Heliopolis) en Apollonopolis. Het grootste monument van Heru-khuti is de beroemde sfinx dichtbij de piramides van Gizeh. De betekenissen van Harmachis, de Sfinx, zijn zowel groot in aantal als verbazingwekkend, maar een van de meest tot de verbeelding sprekende is die dat die het symbool was van de opgestane god-mens, het grote voorbeeld van succes dat was bereikt na de moeilijkste en zwaarste beproevingen van de inwijdingscyclus.
Harpocrates
(Egyptisch) ook
Horus de Jeugdige of Horus de zuigeling. Afbeeldingen van moeder Isis met kind zijn in Egypte erg populair. Osiris, Isis en Harpocrates vormen een drie-eenheid van vader-moeder-zoon. Harpocrates werd beschouwd als de nieuwe soort van geboorte en leven, denk aan de eerste uren van de dag, de eerste dagen van de maand en de eerste dagen van het jaar, vooral die perioden werden met hem geassocieerd. Hij was de god van zwijgzaamheid of van de Mysteriën en er is tot op vandaag weinig meer bekend geworden ten aanzien van dit aspect van deze god.
Uiteindelijk werden enkele belangrijke aspecten van zijn eigenschappen en verering door zowel de Grieken als de Romeinen overgenomen, al beschouwde men hem wel als een buitenlandse god.
Harshana
(Sanskriet)
Opgewonden van vreugde of verlangen. Dit betreft een bijzondere sraddha (rite) en slaat ook op een god die heerst over sraddha’s.
Het hart is in de mens de zetel van het buddhische bewustzijn en is verbonden met de
maar alleen omdat prāṇa en het aurische ei in essentie hetzelfde zijn, en ook omdat Jiva hetzelfde is als het universele goddelijke. (BCW 12:694)
Kosmisch gezien is de zon het kloppende hart van het zonnestelsel en de cyclus van de verschijnende zonnevlekken van ongeveer 12 jaar stellen de cyclus van het kloppende hart voor, als de circulerende vitaliteit die het zonnestelsel voedt, die op en naar vele gebieden transporteert en terugontvangt. De zon
is een kloppend hart; in een ander opzicht is hij een hersenverstand. Het is verleidelijk de woorden hart en hersenverstand letterlijk te gebruiken, wat niet ver van de werkelijkheid is. Maar de fysieke bol is niet het werkelijke hoofd en hart, behalve als het om het fysieke heelal gaat. Het werkelijke hoofd en het werkelijke hart, die verenigd als één werken, is het goddelijke achter en boven en binnen het fysieke voertuig van onze schitterende dagster. (BvhO 332; vgl. SD 1:541-2)
In het mahayanaboeddhisme zijn het de verborgen of esoterische leringen die het tegenovergestelde zijn van de
Haryasva
(Sanskriet)
Een roodbruin paard. Een woord dat zowel voor Indra als Śiva is gebruikt. In de
dat zij allen als stervelingen waren geïncarneerd. De naam wordt gegeven aan alle van nature geboren mystici en celibatair levenden, van wie wordt gezegd dat zij incarnaties zijn van de ‘Haryaswa’s’. (TG 136)
Hatha
(Sanskriet)
Hatha-yoga is een lagere vorm van yoga waarbij lichaamshoudingen worden gebruikt voor de ontwikkeling van het zelf. Van deze yoga wordt gezegd dat het mogelijk zou zijn om door lichaamsoefeningen en -houdingen en het reguleren van de ademhaling of door bepaalde andere psycho-lichamelijke methoden, een zekere mate van psychomentale abstractie te bereiken en om enkele van de lagere vitaal-astrale vermogens te ontwikkelen. Deze methoden worden door de theosofie en de oude wijsheid afgeraden, want zij zijn buitengewoon gevaarlijk, behalve wanneer zij in een onschuldige mate worden beoefend onder supervisie van een wijze leraar en, wat nog belangrijker is, als de beoefening ervan door andere yoga-vormen wordt geleid.
Hatha yoga kan zeer gevaarlijk zijn voor de gezondheid, zowel psychologisch als lichamelijk. Die gevaren kunnen uit een
Maar het lichaam loopt ook gevaar als de oefeningen de natuurlijke stromen van prana verstoren. Wanneer, zoals in een normale gezonde situatie, de prana’s worden genegeerd en zonder verstoring hun natuurlijke weg volgen, zorgt dat voor een gezond lichaam maar wanneer ze worden verstoord door er bewust mee bezig te zijn, zorgt dat voor ziekte.
Een aspect van hatha-yoga is pranayama (bewuste beheersing van de ademhaling), wat een afwijkend patroon betekent en dus een verstoring van een normale en gezonde ademhaling, een oefening die vrij gemakkelijk tuberculose kan veroorzaken. Het is het diepe ademen dat gezond is en zoals het gezonde verstand ons al zegt, doet dat het lichaam goed omdat dan het bloed beter van zuurstof wordt voorzien wat een betere lichamelijke conditie oplevert. Alleen in erg zeldzame gevallen, wanneer een chela mentaal en geestelijk relatief ver is gevorderd, maar nog een ongelukkig en zwaar lichamelijk karma moet dragen dat nog niet is uitgewerkt, kan het goed zijn om onder leiding van een ware leraar, de hatha yoga-methoden in een beperkte mate te beoefenen, maar alleen onder het toeziend oog van de leraar. Hiervoor waren de hatha yoga-boeken die een enkele keer in de theosofische literatuur worden genoemd, oorspronkelijk ook bedoeld — de
Helaas schijnen lichaamsoefeningen van verschillende soorten bijzonder aantrekkelijk voor de gemiddelde mens te zijn, misschien vooral omdat die in de sfeer liggen van bewegingsvormen die ‘gemakkelijk te doen zijn.’ Men kent de gevaren niet die hier op de loer liggen, maar feitelijk is het zo dat als we zelfs maar het kleinste resultaat willen behalen, dat alleen maar bereikt kan worden door een volmaakte of perfecte beoefening, wat een grote inspanning en het overwinnen van grote moeilijkheden betekent. En die moeten onder ogen worden gezien wanneer we onze ogen richten op de edeler vormen van yoga. Het is altijd veilig, en inderdaad voor een leerling noodzakelijk, om de hogere takken van yoga te beoefenen zoals jnana yoga, raja yoga, bhakti yoga of karma yoga, wat betekent de yoga van
Hathor
(Grieks) Hathor, (Egyptisch) Het-Hert,
Een van de oudste bekende Egyptische goden. Het-Hert verwijst naar de lucht of de hemel en is bij de Grieken bekend als Hathor. Oorspronkelijk was Hathor een kosmische godin, partner van Ra, moeder van licht — de vorming ervan werd gezien als de openingshandeling van de kosmogonie, schepper van de tweelinggoden Shu en Tefnut (de lucht en het vocht van de lucht). Later werd zij gezien als de grote Moeder die alle goden en godinnen schept — de gepersonifieerde Moeder Natuur. Zij werd in verband gebracht met alle godinnen van Egypte en heeft een deel van al hun eigenschappen. Maar haar voornaamste naam was Vrouwe van Amentet (het Heilige land of onderwereld).
De Grieken herkenden in Hathor hun Aphroditē, want zij was de schutspatroon van schoonheid en vreugde in het leven, van kunstenaars en hun scheppende werk net zoals de hemelse en aardse Venus. Haar belangrijkste functie was echter godin van de onderwereld. Zij voorzag de overledenen van voedsel en drank.
Astronomisch gezien werd ze in verband gebracht met de ster Sept (Sothis of Sirius) die als een zon opkwam op de eerste dag van het Egyptische Nieuwjaar. Toen de zonnegod Ra op zijn boot stapte ging Hathor met hem mee en nam haar plaats in als een kroon op zijn voorhoofd.
Hathor was nauw verbonden met Neith (te Saïs) en in de tijden van Ptolemaeus met Nekhebet, Uatchet en Bast.
Hathor is de
En toch was dit alleen maar het laagste aspect van Hathor, Neith en Isis. Neith, of de hemelse Hathor, was een van de meest spirituele, moeilijkste te doorgronden en abstracte van alle goden van het Egyptische pantheon, in dit opzicht is zij de hemelse moederschoot van licht, waaruit als in een hiërarchische processie de wereld of kosmos met alles erin tevoorschijn is gekomen.
Havik
Een symbool dat in het oude Egypte staat voor de zon. Waar ook maar sprake was van zonaanbidding was de havik aanwezig, vooral te Hiëraconopolis (de stad van de havik) ten zuiden van Thebes. Deze roofvogel was vooral gewijd aan Horus, Ra, Osiris en Seker. Horus en Ra (vooral laatstgenoemde in zijn relatie met Menthu, de heer van Thebes) werden vaak afgebeeld met het hoofd van een havik, beiden waren zonnegoden.
De gouden havik werd vaak gezien als de
De havik wordt ook wel afgebeeld met delen van de menselijke constitutie, de ziel, die dan vaak zwevend boven de mummie te zien is.
De betekenis verandert naar gelang de houding van de vogel. Als hij als het ware voor dood ligt, stelt hij de overgang voor, de
Ook is de havik — en soms een ander vliegend wezen — in veel andere landen het symbool van de menselijke ziel.
Havyavahana
(Sanskriet)
Het vuur van de goden. Het offervuur dat de offers voor de goden ontvangt. In de Purāṇa’s wordt Suchi het vuur van de zon, de ouder ervan gemaakt.
Hay
(Hebreeuws)
Blavatsky schreef het als hayasscher. De eerlijke, oprechte of rechtvaardige, de krachten van het licht. Gebruikt in de Kabbālāh voor een groep of kleinere hiërarchie van krachten of energieën van een lagere kwaliteit, maar die nog steeds gerekend worden tot de krachten van het licht.
Hayyah
(Hebreeuws)
Soms Chiah, Chayah, Hay-yeh, enz. Leven als een abstractie, als een bijvoeglijk naamwoord: levende, een levend wezen of ding. Vandaar dat het vaak een beest of dier is, als collectief meervoud staat het voor levende wezens met inbegrip van mensen.
In zijn verbinding met
De vitale geest of levensgeest gaat door al de zeven beginselen heen of die nu van een mens of van de kosmos zijn, zodat er een rechtstreeks en duidelijk onderscheiden toepassing van dit woord is zelfs van het hoogste of meest spirituele deel van welk wezen ook. Werkelijk, het leven zelf doordringt de gehele menselijke en kosmische constitutie die oorspronkelijk is afgeleid van de spirituele monade, wat verklaart waarom hayyah in zijn betekenis is verbonden met
Hayyim
(Hebreeuws)
Levens, levende wezens.
Hayyoth
(Hebreeuws)
Heilige levende wezens. Kabbalistisch woord voor de vier wezens van het visioen van Ezechiël, in het algemeen wordt er verwezen naar de cherubijnen. Deze heilige levende wezens zijn de vier symbolische ‘dieren’ van de dierenriem: Taurus (stier), Leo (leeuw), Scorpio (schorpioen) en Aquarius (waterman).
Hazim
(Hebreeuws) Ook
In ouden tijden waren er bekende scholen ofwel
Hdu
(Tibetaans) (hDu-bYed) ’
Gelijk aan samskara van het Sanskriet. Dit heeft vele betekenissen waaronder de vierde van het boeddhistische rijtje van vijf skandha’s.
Hé
(Hebreeuws)
De vijfde letter van het Hebreeuws alfabet, ƈ, wat wordt geacht een weduwe of een opening te zijn. Blavatsky suggereert dat zijn betekenis in het Tetragrammaton (IHVH) ƈŻƈƝ de moederschoot is. De getalswaarde is 5.
Wat uitspraak betreft ligt het tussen de zachte alef ż en de hardere heth Ɨ in, en dus wordt het in de uitspraak en het schrift soms verwisseld met deze twee andere letters.
Hebdomad
[van het Grieks
Een groep van zeven, een zevenvoud. Een periode van zeven dagen of zeven jaren, enz. zoals in de cycli van sabbaticals.
Hebel
(Aramees) Ook
De adem (leven) van de beenderen, door sommige kabbalisten weergeven als het lichaam van de wederopstanding waarbij men verwijst naar de
Een bijna gelijk idee komen we tegen in het
Sta op, o Osiris, u heeft uw ruggengraat, o kalme van hart, u heeft uw nekwervels en uw rug. (hfdst 155)
Hebel is ook volgens de Hebreeuwse schrijfwijze de tweede zoon van Adam, gewoonlijk vertaald als Abel, de broer van Kaïn.
Hecate
Het standbeeld van Hecate (3de eeuw n. Chr.) Foto: Flickr
(Grieks)
Deze godin, dochter van Perses en Asteria, had haar krachten ontleend aan Zeus in de hemel, aan de aarde en de zee. Zij was een mysterieus figuur, vaak beschreven als een godin van toverij en hekserij en hing vaak rond bij kruispunten en begraafplaatsen, zwierf ’s nachts alleen rond en was dan zichtbaar voor honden, als zij blaften betekende dat dat zij zou naderen. Ook herkend als Artemis en Persephone, zij werd geacht dezelfde te zijn als Selene of Luna in de hemel, Artemis of Diana op aarde en Persephone of Proserpina in de onderwereld. Vandaar dat zij ook wel Tergemina, Triformis, Triceps (
Zoals Diana wordt gezien als de schittering van het maanlicht aan de nachtelijke hemel, zo wordt Hecate gezien als duisternis en verschrikkingen, en zij is dan ook het beste bekend als de godin van de onderwereld, die afschuwelijke fantomen uitstuurt en heerst waar er ook maar zwarte magie wordt uitgeoefend.
In de orfische leringen was zij
het verpersoonlijkte symbool van de verschillende en opeenvolgende aspecten, die door de maan in elk van haar drie fasen wordt weergegeven; en dit was al de interpretatie van de Stoïcijnen, . . . terwijl de Orfiërs de benaming (Τρίμορϕοϛ) [
Hedonisme
[Van Grieks
In de ethiek is het de leer die zegt dat de bevrediging van natuurlijke neigingen het hoogste goed is en dat daarmee aan een moreel gebod wordt beantwoord. Maar de invloed van deze leer hangt in zijn geheel af van wat wij onder plezier of deze neigingen verstaan. Op zijn best is het dat wat Epicurus en zijn volgelingen beschouwden als een manier om het
Bepaalde kanten van het moderne utilitarisme kunnen worden beschouwd als een vorm van hedonisme, maar de leer zoals die is uiteengezet kan gemakkelijk worden verlaagd en in zijn ergste vorm wordt het het najagen van sensuele genoegens. In feite is hedonisme als een woord en zoals het nu zelfs door velen wordt begrepen, zelfs in oude tijden, precies het tegenovergestelde van wat de eerste filosofen geloofden en onderwezen.
NB. Het extreem ontwikkelde hedonisme van het utilitaristische groepje rijken van de bovenlaag van onze beschaving, zorgt ervoor dat de moderne wereld wordt gegijzeld op basis een gefabriceerd virus-verhaal. Daarnaast worden miljoenen zeer jonge kinderen op grove wijze misbruikt omdat, zoals door een lid van de elite werd gezegd, ‘zij de meest nutteloze wezens van het dierenrijk zouden zijn.’ De stelselmatige psychologische verkrachting van iedere burger op basis van een eeuwenoud onschuldig virus toont aan hoe wij worden verblind en afgeleid door de media en zijn gevangen en gebakerd in een cocon van leugens van politiek en wetenschap, rijp om door Shelob verschalkt te worden. De vraag is, hoe kunnen wij de kinderen en onszelf uit deze cocon bevrijden?
Via deze link kunt een presentatie van Dr. David Martin bekijken die soms een beetje emotieel duidelijk maakt dat op dit moment kinderen en masse worden vermoord ... door het vaccin. Een genocide die al in 2015 werd voorbereid.
Een andere waardevolle journalistieke bron van informatie is Dissident.one.
Heer
(Sanskriet)
Dit woord staat voor de diverse vormende intelligente krachten in de natuur en op macrokosmische schaal staat het voor de voortbrengende Heren van heelal. De lotus is het symbool van het gemanifesteerde heelal, de matrix van de natuur, zodat de Heer van de Lotus de activerende productieve kracht is.
Heersers
Hermetische naam voor zeven bouwers, kosmische ontwikkelaars of planeetgeesten. Of voor meer dan een zo’n zevental, aangezien de zeven stralen van de logos elk zevenvoudige onderverdelingen hebben. Gewoonlijk wordt er verwezen naar de zeven kosmische geesten, die volgens het hermetische stelsel de activiteiten van de natuur stimuleren en leiden en in het klein worden weerspiegeld in de mens. Soortgelijke termen zijn rectores mundi, cosmocratoren, ’elohim, heersers, enz.
De volkeren van de klassieke oudheid als de Egyptenaren, Chaldeeën en Grieken, bezaten overleveringen van de eerste goddelijke heersers over het ras van mensen en geestelijke dynastieën die voorafgingen aan de menskoningen. In de latere rassen vertegenwoordigden de menselijke heersers de dynastieën van de goden, rishi’s, pitri’s, manu’s enz. die zoals in de theosofie wordt gezegd, zichzelf zouden hebben belichaamd in het derde wortelras op deze bol gedurende de huidige ronde, om telkens opnieuw te worden geboren als spirituele leraren in volgende cycli voor de instructie van volkeren waarin zij van tijd tot tijd verschijnen.
Heiden
[Van Latijn
Deze Duitse benaming voor degene die geen christen, jood of moslim waren, werd in oorsprong ook gebruikt om een onderscheid te maken tussen een stedeling of ontwikkeld persoon en iemand die op het land woonde of onbeschaafd was. En zo werd dit woord gebruikt om minderwaardigheid en later ook schande uit te drukken.
Heilig
In de rooms-katholieke kerk is het ritueel vrijwel gelijk aan dat van de oude Egyptenaren: het water dat werd gezegend of geheiligd wordt gebruikt om volgelingen en voorwerpen tijdens een kerkdienst te besprenkelen. Het is zonder twijfel overgenomen van de oude Mysteriën en werd een ritueel van uiterlijke symbolische zuivering. In Egypte en het heidense Rome
maakte het deel uit van de rite van het brood en de wijn. ‘Heilig water werd door de Egyptische priesters op dezelfde manier over de beelden van hun goden gesprenkeld’ en over de gelovigen. Het werd zowel geschonken als gesprenkeld. Er is een borstel gevonden waarvan men dacht dat die tot op de dag van vandaag voor dat doel werd gebruikt.’ (Bonwick
Heilige
Het is het Latijnse
Het Heilige der Heiligen was in beginsel een zetel, de verblijfplaats van een god of godin aan wie de tempel was gewijd en uit vroomheid werd altijd gedacht dat de goddelijke macht zich daar concentreerde. Zo worden ook nu nog de kansel en het altaar in christelijke kerken beschouwd.
Het Heilige der Heiligen moet echter niet worden verward met de inwijdingskamers die in de oudheid in veel tempels en grotten te vinden waren, waar tijdens de inwijdingsrituelen de neofiet verbleef, werd ingewijd en daarna de heilige ruimte als herboren verliet. In het oude Egypte was het heilige der heiligen van deze laatste soort de koningskamer in de Grote Piramide en de sarcofaag daarin werd gebruikt voor inwijding. De sarcofaag was een symbool van het vrouwelijke beginsel, als van het vrouwelijke beginsel in de natuur, als een moeder, waaruit het nieuwe ‘kind’ of de discipel werd geboren, die nu de tweemaal geborene is geworden. Het idee van de tweemaal geborene was dat de lichamelijke geboorte door een menselijke moeder gebeurde en de mystieke geboorte door de moederschoot van de natuur plaatsvond, waarvan de inwijdingskamer het embleem was. Vandaar dat op een veel latere datum het fallische idee van de joden ontstond dat de moederschoot in de mens de maqom (de plek, locatie) is.
Terwijl een deel van de hindoeceremonieën het noodzakelijk maakten dat de neofiet door een gouden koe ging, wat ook een embleem is van moeder-natuur, ging de neofiet in het oude Egypte door de galerij van de oude piramide en moest dan diep bukken om de koningskamer te kunnen betreden.
De ceremonie van het gaan door het Heilige der Heiligen (nu gesymboliseerd door de koe), in het begin door de tempel
Het Heilige der Heiligen had een specifieke betekenis in verband met het joodse tabernakel, zoals wordt uitgelegd in Exodus, en wijst op het innerlijke deel van de westerse verdeling van het tabernakel. Drie zijden van de heilige plaats bestonden uit de muren van het tabernakel zelf, terwijl de vierde of oostelijke zijde van het heiligdom was afgesloten met een gordijn of sluier — waarop de figuren van de cherubijnen waren afgebeeld — en was opgehangen aan vier palen van het vergulde hout van de shittahboom of acacia. Het idee was dat dit Heilige der Heiligen de vorm van een volmaakte kubus* zou krijgen: lengte, breedte en hoogte waren elk tien el. In dit heiligdom werd de Ark van het Verbond of Testament geplaatst, dat ook uit verguld shittahzhout was gemaakt. Op de Ark bevond zich de gouden zetel van mededogen (de kapporeth), daarnaast waren er ook twee gouden cherubijnen die naar het midden keken. In plaats van een
Echter, de verering van de ‘god in de ark’ dateert uit de tijd van David; en duizend jaar lang kende Israël geen fallische Jehovah. (SD 2:469)
*OV: Denk ook aan de Ka'aba (الكعبة) in Mekka.
Heilige
[Van Grieks
De Heilige Geest of Geest is in het Westen normaal gesproken de derde persoon van de christelijke drie-eenheid, of de goddelijke drie-in-één. De typische vorm van de eerste filosofische en kosmogonische triade is Vader-Moeder-Zoon met de vrouwelijke macht die zowel de rol speelt van moeder, als die van echtgenote en dochter van de Zoon. De Heilige Geest is strikt genomen het vrouwelijke beginsel van de christelijke drie-eenheid en in het vroege eenvoudige christendom werd die op de tweede plaats van de reeks gezet en is op een later moment in het Westen, op gezag van de rooms-katholieke kerk, van de tweede naar de derde plaats verhuisd. Derhalve zag de oorspronkelijke reeks er als volgt uit: Vader, Heilige Geest (of Moeder) en Zoon, terwijl het Westen de reeks nu ziet als Vader, Zoon en Heilige Geest. En deze andere opvatting in de middeleeuwen was een van de belangrijkste factoren waarom de christelijke kerk zich had gesplitst in de Oosterse of Grieks-orthodoxe en de Westerse. In het christendom zegt men dat de Zoon de manifestatie van God is in een bepaalde man, de Heilige Geest is de goddelijke geest die in alle mensen actief is en hen gelijk maakt aan het beeld van de Zoon, of Christus.
De Heilige Geest is de geestelijke straal van de centrale zon die afdaalt door de gemanifesteerde gebieden en alle hiërarchieën doordringt op zijn weg omlaag en daarom ook het menselijke denken als die in de ziel wordt toegelaten. Die geestelijke straal is gelijk aan het Licht van de Logos, daiviprakriti, de gnostische Sophia, de kabbālistische shekinah (of misschien sefira), de Moeder van het Achttal en in het Indiase denken de vrouwelijke śakti. Maar terwijl daiviprakriti het licht van de Logos is, is dit alleen maar omdat de Logos het licht van boven naar zichzelf doorgeeft.