P’o
(Chinees)
In de
P’u-to
(Chinees)
Een heilig eiland in China en een beroemde plaats van boeddhistisch onderwijs. Er zijn daar veel standbeelden ter ere van Kwan-yin, de beschermheilige, en van Kwan-shai-yin te bewonderen.
Paard
In alle oude mythologieën van de Middellandse Zee-landen en Noord-Europa is het paard een symbool voor de krachten van de zon of is dan de zon zelf. In het oude denken stelde men zich voor alsof de zon werd voortgetrokken door paarden. In het oude Perzië en Griekenland werd gezegd dat veel helden, zoals bijvoorbeeld Hushenk en Bellerophon (Pegasus), wonderlijke paarden zouden hebben bedwongen die naar de zon zouden kunnen gaan en waarmee zij dan ook werkelijk die reis zouden hebben afgelegd. In de mythologie van de Scandinaviërs worden paarden gebruikt om de helden naar de onderwereld te brengen en weer terug, en de Valkyren gebruikten de paarden om gevallen helden naar walhalla te vervoeren.
In een geheel andere context zien we de Kalki-avatara — waarvan wordt gezegd dat hij in het hindoeïsme de laatste incarnatie van Vishṇu zal zijn, ofwel de incarnatie van de Maitreya-Boeddha van het noordelijke boeddhisme — naast de laatste grote held en verlosser van de mensheid volgens de zoroastriërs, Sosiosh, en de ‘Getrouwe en Waardige’ van het christelijke Boek van Openbaring, deze zullen allemaal verschijnen op een wit paard. Al deze helden of verlossers zijn emblematisch verbonden met krachtige paarden omdat het paard altijd werd beschouwd als een vertegenwoordiging van solaire, geestelijke en intellectuele energieën.
Paaseiland
Een eiland in de Stille Oceaan, ongeveer 3000 kilometer ten westen van Chili. Beroemd om zijn enorme mysterieuze megalieten en vele hoge plateaus (ahus) die uit enormeLang heeft men gedacht dat de beelden op Paaseiland alleen uit hoofden bestonden, sinds kort weten we dat er meer onder de grond zit. blokken basalt bestaan, die zo hard zijn dat die nauwelijks met stalen werktuigen kunnen worden bewerkt. Enkele plateaus zijn uit zorgvuldig uitgehakte stukken steen gevormd, zo’n drie meter lang en zo nauw tegen elkaar aan gelegd dat zij bijna onzichtbaar in elkaar overgaan. Enkele zijn doorboord en hebben vreemde gaten. Maar zoals gezegd, Paaseiland is natuurlijk vooral bekend om zijn circa 550 grote beelden, van verschillende afmetingen die her en der worden aangetroffen. Het is opvallend dat alle beelden uitkijken over de oceaan en enkele daarvan stonden vroeger op de plateaus. De meeste variëren in hoogte van 1,5 tot 10 meter, maar de grootste, die nog steeds onafgemaakt in een groeve ligt, meet circa 21 meter. Zij zijn gemaakt van een bros soort steen die veel zachter is dan die van de plateaus, die veel ouder zouden kunnen zijn. Hun betekenis
Sommige beelden zijn ook voorzien van beeldschrift. Foto’s: eisp.org & Ancientpages.com en oorsprong is onbekend, maar zij hebben het duidelijke kenmerk van de Lemurisch-Atlantische samenlevingen. Paaseiland
Pachacamac
(Peruaans)
De ruïnes van een oude muur in Peru.
Men vermoedt dat het de resten van een tempel in cyclopische stijl zijn — grote rotsblokken van ongelijke grootte die zo in elkaar zijn gezet dat ze nauw sluiten en lijken op de ruïnes van Tiahuanaco (ook in Peru) en de stenen werken van Paaseiland.
De oudste overblijfselen van cyclopische gebouwen waren alle het werk van de Lemuriërs van de laatste onderrassen. (SD 2:317)
Ook
de naam die de Peruanen aan de Schepper van het heelal hadden gegeven en die werd voorgesteld als een
Pachcheka-yana
(Pali)
Persoonlijk voertuig ofwel de persoonlijkheid, tegengesteld aan de individualiteit (amita-yana), het Sanskrietwoord hiervoor is pratyeka-yana. In de zevenvoudige verdeling van de menselijke beginselen is het persoonlijke ego (of voertuig) een combinatie van de vier lagere beginselen, die zoveel mogelijk worden verlicht door manas als het lagere viertal in staat is te ontvangen en vast te houden.
Pachchham
(Tamil)
Een cyclus van 15 dagen, twee pachchhams vormen één dag van de pitri’s (of één maand van stervelingen).
Pacis
(Grieks) Ook Bacchis, (Egyptisch) Bakha
De heilige stier van Hermonthis. Hoewel niet zo beroemd als Apis en Mnevis werd hij de stier van de Berg van de Zonsopkomst (Bakhau) en de leeuw van de Berg van de Zonsondergang. Net zoals Mnevis werd hij afgebeeld met de zonneschijf tussen zijn horens, waarmee niet wordt gedoeld op de kosmische energie of de ruimtelijke diepten die worden voorgesteld door Mnevis, en ook niet de maanenergie die wordt vertegenwoordigd door Apis, maar het openen (zonsopkomst) en het sluiten (zonsondergang) van het zonnestelsel.
Pad
Zij die die weg gaan worden in de theosofie de Broeders van de Schaduw genoemd. Het is een van de twee fundamentele wegen of stromingen in de natuur, het pad van de linkerhand of het pad van de materie in tegenstelling tot het pad van de rechterhand of de weg van het geestelijke. Schaduw duidt op stof (op een hoger gebied) en geest kan worden gezien als zuivere energie. En stof — hoewel in essentie gekristalliseerde geest — kan worden beschouwd als de schaduwwereld of voertuiglijke wereld waarin de energie, geest of zuivere energie werkzaam is. Materie is niets anders dan een algemene term want de stof is er in een bijna oneindig aantal gradaties van toenemende vergeestelijking als we die zien vanaf de grofste fysieke substantie, of absolute materie als we omhoog kijken naar de meest etherische of spirituele substantie, waar zo goed als geen sprake meer is van enige stof, en het logisch is waarom dit pad de weg van de schaduwen wordt genoemd. Zij die deze weg bewandelen worden vaak zwarte magiërs genoemd in tegenstelling tot de witte magiërs of zonen van licht die de weg van zelfverloochening kiezen, van zelfoverwinning en een verruiming van hart, van denken en bewustzijn met liefde en zorg voor alles dat leeft.
Een Sanskrietwoord voor het pad van de linkerhand is pratyeka-yana (zie artikel hierboven). Zij die deze weg volgen worden ook wel
Na de dood worden de lagere klassen van hen die het pad van de linkerhand gaan de aan de aarde gebonden elementaren. Geslepen, laag, rancuneus en altijd een weg zoekend om hun leed te vergelden op de belichaamde mensheid worden zij, tot hun uiteindelijke vernietiging, astrale vampieren en vormen daarom een voortdurende psychologische en lichamelijke bedreiging voor hen die de deuren van contact met hen openen.
De hogere klassen van de broeders van de schaduw zijn zij die geestelijke tovenaars genoemd kunnen worden en die in het Nieuwe Testament als wezens van geestelijke boosaardigheid worden genoemd, zij kennen een langere levensduur dan de lagere klassen. Deze geestelijke tovenaars kunnen afhankelijk van hun graad van werkzame geestelijke energie, die zij hebben verkregen en misbruikt voor boosaardige doeleinden, zelfs tot aan het einde van deze bol-manvantara blijven bestaan en reïncarneren zichzelf met herhaalde en korte intervallen. Maar hun weg gaat omlaag naar steeds grotere diepten van de stof, waarbij sprake is van een toenemende afname of verlies van innerlijk geestelijk licht van hun spirituele monade.
Massa’s mensen volgen onbewust de weg van de schaduwen en in vergelijking met deze massa’s zijn het relatief maar een paar mensen die zelfbewust dit leger van lichtgelovige slachtoffers van
De waarschuwingen die aan de bestudeerders van het occultisme met betrekking tot dit onderwerp worden gegeven werden altijd erg plechtig en belangrijk gevonden en niemand zou op enig moment moeten denken dat hij of zij veilig is, of denken dat het nemen van de omlaaggaande weg buiten zijn bereik ligt, tot hij of zij één is geworden met zijn goddelijke wachter van binnen, zijn eigen innerlijke God. Bij iedere stap, elke ochtend, bij elke keuze die we maken, moeten we het pad van de rechter- of de linkerhand onder ogen zien en zijn we gedwongen te kiezen.
Pad
Sinds onheuglijke tijden was in alle landen en onder alle mensen bekend dat er twee tegengestelde scholen van occulte training bestaan, en zij stonden bekend als die van het pad van licht en het pad van duisternis. Zij stellen twee fundamentele stromingen in de natuur voor en worden gewoonlijk het pad van de rechterhand en het pad van de linkerhand genoemd. Zowel in het Grieks, Latijn en Engels als in vele andere talen — wereldwijd — staat de rechterhand voor goedheid, eerlijkheid, licht; de zon als tegengesteld aan de maan, spiritueel als tegengesteld aan materieel, enz.
Het pad van de rechterhand wordt soms amrita-yana genoemd (het onsterfelijke voertuig of pad van onsterfelijkheid) of dakshina-marga (de goede weg) en zij die de juiste gedragsregels in acht nemen en de juiste manier van leven volgen die door de volgers van het pad van de rechterhand worden aangegeven, staan bekend als dakshinacharins en hun levensweg is bekend als dakshinachara. Het is een weg die leidt naar een steeds ruimer bewustzijn en zij die hun voeten stevig op die weg hebben staan zijn bekend als de meesters van Wijsheid en Mededogen.
Pada
(Sanskriet)
Een stap, voet, teken, standpunt, verblijfplaats; een deel; een richting van het kompas.
Padartha
(Sanskriet)
De betekenis van een woord, ook dat wat correspondeert met de betekenis van een woord, dus een stoffelijk ding en zelfs een man, een persoon. In de filosofie en logica wordt dit woord gebruikt als een categorie of een bepaalde klasse, de Vaiseshika-school en de aanhangers van de Vedānta noemen er zeven, terwijl de Sankhya’s er 25 noemen. Blavatsky vergelijkt de zeven padartha’s van de Vaiseshika’s met de zeven eigenschappen van de zeven beginselen als volgt: dravya met sthūla-śarīra; guna met jiva; karma met liṅgaśarīra; samanya met kama; visesha met manas; samavaya met buddhi; abhava met atman (BCW 4:580).
Paden
Gebruikt in de Hebreeuwse Kabbalah, vooral in de
Het idee achter deze merkwaardige mix van alfanumerieke tekens en levende wezens, zoals de wereld en de mens, is dat zoals de letters van het alfabet de structuur vormen van de spraak, woorden, geluiden en daarom de communicatie van intelligentie is, gemaakt van woorden die zijn opgebouwd uit de letters van het alfabet, zodat deze letters een symbool vormen van de elementen van het heelal: in ieder geval in, boven en rond de elementen en beginselen van het heelal is er een goddelijke hiërarchie, waarvan de element-beginselen de uiterlijke manifestaties of uitdrukkingen zijn.
Padma
(Sanskriet)
De lotus. De lotus is een plant die al in de verre oudheid voor de Indo-Europese hindoes heilig was. De lotus werd ook elders aanbeden zoals in Egypte. Mystiek gezien wordt deze bloem beschouwd als een embleem van de voortbrengende natuur die groeit tussen het spirituele zonlicht van boven en het water of het astrale licht van onder. Of in een meer algemene zin tussen geest en stof. De bloem had ook andere betekenissen en stond in India ook voor de vruchtbare aarde, en zelfs voor de berg Meru. De lotus is
een heel oud en geliefd beeld voor de Kosmos zelf, en ook voor de mens. De hiervoor vaak aangevoerde redenen zijn in de eerste plaats
Padma
(Sanskriet)
De Lotus-Purāṇa. Een van de hindoe-Purāṇa’s die een verhaal bevat over de periode toen de wereld ‘als een gouden lotus (padma)’ was. Het geschrift dat wordt beschouwd als de op één na belangrijkste van de 18 Purāṇa’s, bestaat uit 55.000 sloka’s en is verdeeld over vijf boeken (khanda’s) die de schepping, de aarde, de hemel (svarga) en patala behandelen, terwijl het vijfde boek een aanvullend deel is.
Padma
(Sanskriet)
Het tijdperk van de lotus. De laatste kalpa of het voorgaande manvantara dat zo lang duurde als een Jaar van Brahma.
Padmapani
(Sanskriet)
De lotus-drager. Een naam in de Tibetaanse mystiek van de bodhisattva Chenrezi, gelijk aan het Sanskrietwoord Avalokitesvara. Zijn vrouwelijke aspect is gelijk aan de Chinese Kwan-yin. Op de gemanifesteerde gebieden is Padmapani de
stamvader (in geestelijke zin) van de mensen.
Dus Padmapani had kosmische, aardse en menselijke betekenissen.
Padmasana
(Sanskriet)
De lotushouding, een yogahouding die wordt aangenomen om concentratie en godsdienstige meditatie te beoefenen.
Padmayoni
(Sanskriet)
Uit een lotus geboren. Gebruikt voor Brahmā omdat de legende zegt dat hij op het moment van de schepping uit een lotus tevoorschijn sprong die omhoog kwam uit de navel van Vishṇu.
Pahans
(Prakriet)
Dorpspriesters in India.
Pahlavi
(Perzisch) [van oud-Perzisch
Ook Pehlevi. De taal waarin de oude heilige boeken van de zoroastriërs werden vertaald. Hieraan was het te danken dat de Pahlavi-literatuur werd behouden, want buiten deze religieuze boeken bestaan er nog maar weinig werken, voornamelijk de
Pai-wouen-yen-fu
(Chinees) Ook Pai-wen-yen-fu.
Een opmerkelijk woordenboek dat in China werd voorbereid:
het grootste ter wereld, vol citaten van elke bekende schrijver, en bevat alle uitdrukkingen ooit gebruikt. (MB 404)
Paian
(Grieks)
Bij Homerus is hij de arts van de Olympiërs. Later werd hij Paion genoemd (in het Latijn Paeon) en sloeg niet alleen op Apollo als een genezer, maar ook op zijn zoon, Aesculapius. Later ging het gewoon ‘genezer’ betekenen en nog later stond het voor een lied van vreugde, lof, triomf enz.
Paksha
(Sanskriet)
Een helft van de maanmaand, of 14 dagen. Twee paksha’s vormen een maand voor stervelingen, maar slechts een dag voor de pitri-devata’s (vader-goden) of maan-pitri’s.
Palaemon
(Grieks)
De worstelaar. Gebruikt voor Herakles en Melicertes, een naam van Fenicische oorsprong, geleend van de Fenicische god Melqart of Melkart. Ino, dochter van Cadmus en vrouw van Athamas, vluchtte voor haar echtgenoot en sprong met haar kind Melicertes in zee. De goden maakten haar uit mededogen tot een godin van de zee en haar zoon tot een god met de naam Palaemon.
Palasa
(Sanskriet)
(Hindi) Dhak,
(Tamil) Purasu
De
een boom met rode bloemen met bijzondere occulte eigenschappen. (TG 246)
Pali
De taal die in het noorden van India al voor de 7de eeuw voor onze jaartelling werd gesproken tot rond de 5de eeuw n. Chr.
Het is nog steeds de heilige literaire taal van Birma, Thailand en Sri Lanka. Er zijn twee factoren die Pali tot een van de belangrijkste literaire talen van de wereld maakten: ten eerste, met de opkomst van de Kośala’s als koningshuis werd de taal van de hoofdstad (Savatthi, Nepal) bijna algemeen aangenomen. Ten tweede gebruikte Gautama Boeddha, Kośala van geboorte, waarschijnlijk het Pali bij het geven van zijn leringen en daarom werden de hieruit volgende filosofische geschriften van zijn discipelen op gelijke wijze in deze taal doorgegeven.
Sanskriet is aan de andere kant
feitelijk de heilige taal van de brahmanen, die door hen min of meer voor eigen gebruik werd bewaard of werd geheimgehouden. Zelfs in die oude tijd was het Sanskriet de taal voor de archaïsche wijsheidsleringen van de Indo-Europese volkeren van India, zoals in de Veda’s en de Purāṇa’s en de Upanishads en de grote heldendichten, het
Pāli is niet een ‘verwaterd Sanskriet’. Sanskriet was veeleer een mysterietaal die door ingewijden van de heilige tempels werd ‘samengesteld’ of ‘opgebouwd’ en vervolmaakt; en omdat op die wijze een bijna volmaakt uitdrukkingsmiddel voor het menselijke denken werd geconstrueerd, tenminste voor die tijd, werd het
In de 3de eeuw v. Chr. werd er in geheel Noord-India praktisch één taal gesproken en die was rechtstreeks afgeleid van de spraak van de Vedische Indo-Europeanen, die veel Vedische vormen behielden die in het latere klassieke Sanskriet verloren gingen. De basis van de taal die in de boeddhistische canon werd gebruikt was die van Ujjayini, de hoofdstad van het Avanti-district. De hoofdleringen van het boeddhisme zijn vastgelegd in de werken die bekend zijn als de Sutta’s (Sutra’s in Sanskriet) — er zijn vier Nikaya’s die bestaan uit 16 delen. De vijfde Nikaya zijn de Jataka’s (geboorteverhalen van de Boeddha).
Palingenese
[van Grieks
Een vorm van wederbelichaming of zelfvoortbrenging, de overbrenging van hetzelfde leven in cyclisch terugkerende fasen, waarbij uit elke transformatie een nieuwe manifestatie of een nieuw resultaat wordt gevormd. Dit resultaat kan ook palingenese worden genoemd of het nieuw ‘ontstaan’ van de levensstroom. Het woord is op een bijna gelijke wijze gebruikt door Schopenhauer, die alle fenomenen beschouwde als een continue en herhalende vorm van palingenese van één werkelijkheid — de Wil. Transmigratie betekent echter het opnieuw verschijnen van een levende entiteit in verschillende vormen die zijn aangepast aan bijzondere omstandigheden.
In de Griekse literatuur komt, voor zover bekend, palingenese niet voor. Palingenese is in het Nieuwe Testament gebruikt voor geestelijke vernieuwing. Bij de alchemisten stond het woord voor de kunstmatige reproductie van het spectrum van een plant op basis van zijn as. In de biologie betekent het het opnieuw verschijnen van voorouderlijke kenmerken in plaats van nieuwe kenmerken (cenogenese).
Pan
(Grieks) [van
Een arcadische herderlijke god die oorspronkelijk de gehele natuur moest verbeelden, maar later stond hij voor de verschillende vormen van de aardse scheppende krachten. In de oudheid was Pan de plaatselijke god van een herdersvolk die werd aanbeden als de schenker van vruchtbaarheid aan kuddes en weiden, als een gids voor reizigers, als een genezer wanneer hij de geneesmiddelen in dromen onthulde, als een beschermheilige van het lied, muziek en dans, zoals te zien is aan de panfluit of de fluiten. Soms werd de naam een soortnaam en in het meervoud wordt het faunen. Hij werd in verband gebracht met de Romeinse god Faunus, maar ook Iunus.
Pancha
(Sanskriet)
De vijf begeertes of aspiraties.
Pancha
(Sanskriet)
De vijf rassen die staan voor de vijf wortelrassen van de mensheid die tot dusver op aarde zijn verschenen tijdens deze vierde ronde. Ons huidige ras is het vijfde wortelras. Aangezien
Pancha
(Sanskriet)
De vijf gebieden. De hymnen van de
Panchabhuta’s
(Sanskriet)
De vijf elementen van de exoterische indeling: prithivi (aarde), apas (water), vayu (lucht), tejas of taijasa (vuur), ākāśa (aether). Volgens het esoterische overzicht zijn er zeven elementen of mahabhuta’s. Binnen de bovenstaande context zou het juister zijn ze de panchamahabhuta’s (de vijf grote elementen) te noemen.
Panchadasa
(Sanskriet)
Vijftien of vijftiende.
Panchakara
(Sanskriet)
Met vijf vlakken, met vijf handen, dus een pentagon. Synoniem van Makara (het tiende teken van de dierenriem, Steenbok). De vijfpuntige ster of pentagon stelde de vijf ledematen van de mens voor (Theos 3:42; BCW 3:327). Het meer algemeen gebruikte woord in het Sanskriet voor pentagon is
Panchakosa
(Sanskriet)
De vijf omhulsels. Volgens de indeling van de Vedānta van menselijke beginselen zijn er vijf omhulsels die de goddelijke monade of atman omhullen, wat dan de zesde wordt. De hoogste is anandamaya-kosa, die nauw overeenkomt met de geestelijke ziel of buddhi; tweede is de vijnanamaya-kosa, het hogere manas; als derde, het manomaya-kosa, het lagere manas met kama, wat de menselijke ziel vormt; de vierde, het pranamaya-kosa, de vitaal-astrale ziel of prana en het liṅgaśarīra; en het vijfde, de annamaya-kosa, het fysieke lichaam of sthūla-śarīra.
Panchama
(Sanskriet)
De vijfde van de zeven hoofdtonen van de toonladder van de hindoes.
Panchanana
(Sanskriet)
Met vijf gezichten. Een titel van Śiva die duidt op de vijf grote wortelrassen van de mensheid gedurende deze vierde ronde, welke rassen Śiva vertegenwoordigt als de soort van
altijd reïncarnerende Kumara gedurende het [huidige] manvantara. (TG 247)
Aangezien dit het vijfde wortelras is, is de naam van Śiva ‘hij met de vijf gezichten’ hier van toepassing en in het zesde wortelras zal hij om die reden ‘hij met de zes gezichten’ worden genoemd.
Panchanga
(Sanskriet)
Vijf delen, porties of lichamen. Een almanak, kalender, de vijf afdelingen van zo’n almanak die bestaat uit dagen, maan-dagen, nakshatra’s (de hemelse lichamen), yoga’s (conjuncties), karana’s — bepaalde astrologische onderverdelingen van de dag, gewoonlijk gezien als elf in aantal, dus berekeningen. Een van de bekendste hindoe-almanakken is de Tirukkanda Panchanga.
Panchasikha
(Sanskriet)
Een van de zeven kumara’s die Vishṇu aanbaden op Sveta-dvipa (het witte eiland), volgens de allegorie van de Purana’s.
Panchasya
(Sanskriet)
Met vijf gezichten, vijf hoofden, vijf punten. Als een zelfstandig naamwoord een leeuw, synoniem voor het teken van de dierenriem Simha of Leo, wat laat zien dat het teken oorspronkelijk was bedoeld om te wijzen op de vijf Boeddha’s of Brahma’s — Isana, Aghora, Tatpurusha, Vamadeva en Sadyojata (5YT 108).
Panchatantra
(Sanskriet)
Een verzameling van vijf boeken met filosofische en morele aanwijzingen die vaak in een dialoogvorm tussen vogels en dieren worden gegeven, maar ook wel met mensen. De panchatantra werd samengesteld door Vishṇusarman aan het einde van de 5de eeuw en is het origineel van de beter bekende
Panchayatanapuja
(Sanskriet)
Vijf-inspanningen-aanbidding. Een ceremonieel dat wordt uitgevoerd door enkele Advaita-vedantisten.
Panchen
(Tibetaans) Ook
Grote dierbare leraar. De titel van de Tashi of Panchen Lama, de geestelijke leider van Tibet, die zijn zetel heeft in Tashi Lhunpo. De tweede grote incarnatie (samen met de Dalai Lama) van de Gelukpa-sekte.
Panchi
(Sanskriet)
Tot vijf gemaakt. Gebruikt in de Vedānta voor een element dat een combinatie is van kleine deeltjes van de vier andere elementen.
Pandava’s
(Sanskriet)
De vijf welbekende Pandava’s waren Yudhishthira, Bhima, Arjuna, Nakula en Sahadeva. Ook Pandu’s.
Pandavarani
(Sanskriet)
Matrix of moeder van de Pandava’s. Een titel die is gegeven aan Kunti in het
Pandita
(Sanskriet)
Een vaak gebruikte Engelse term voor pandit of pundit. Een wetenschapper, een geleerde, leraar of filosoof.
Pandora
(Grieks)
Een ‘geschenk van alles’ uit de Griekse mythologie. Nadat Prometheus de mens had verlicht door hem het hemelse vuur te schenken, neemt de woedende Zeus wraak door de mens te verleiden en gaf Hephaistos de opdracht een vrouw te maken, Pandora, die de geschenken van alle goden moest overbrengen. Zij wordt naar Epimetheus (hij die achteraf denkt), de broer van Prometheus (hij die vooraf denkt), gebracht met een gesloten doos die alle plagen van de mensheid zou bevatten. Uit nieuwgierigheid opent zij de doos, waarna alle ellende zich over de aarde verspreidt. Hesiodus noemt haar de eerste vrouw die als straf voor het stelen van het goddelijke vuur naar de man was gezonden.
De betekenis mag duidelijk zijn, zo snel de mens zijn passieve onverantwoordelijke toestand achter zich laat en een actieve wil verkrijgt, mét een intellect, stelt hij zich bloot aan de verleidingen van de lagere wereld. Pandora is het aardse aspect van de overvloedig schenkende natuur. Een latere intepretatie van het verhaal van de doos beschouwt die als de bevatter van alle zegeningen, die echter vervliegen zodra die wordt geopend, waarna hoop het enige is dat nog achterblijft.
Pandu
(Sanskriet)
De bleke. Een zoon van Vyasa en de vrouw van Vichitra-virya. De broer van Dhritarashtra en Vidura en vader van de vijf Pandava-prinsen uit het
Panini
(Sanskriet)
De grootste taalkundige van alle sanskritisten ooit, de auteur van de
Zijn grammatica bestaat uit 3.996 sloka’s of sutra’s ingedeeld in acht hoofdstukken, de aforismen zijn extreem kort en vragen veel studie om vast te stellen wat Panini precies heeft bedoeld. Grammatica was voor hem een wetenschap die hij bestudeerde om de grammatica zelf en onderwierp die aan een zeer kritisch onderzoek.
Pansil
[van Sanskrit
De vijf morele voorschriften die elke boeddhist, leek en bhikkhu (of bhikshu) belooft in praktijk te zullen brengen. Het publiekelijk afleggen van pansil komt neer op het worden van een boeddhist. Het bestaat uit het zich onthouden van
Pansophia
(Hindi)
Heksen. Zij die toverij of dodenbezwering in praktijk brengen en die worden gevreesd door de bevolking vanwege de gevolgen die kunnen worden bereikt wanneer zij er bedreven in zijn.
Panspermie
Ook
De theorie dat de zogenaamde spontane voortbrenging van leven te danken is aan de alomaanwezigheid van levensvatbare kiemen. In de theosofie staat panspermie voor de leer dat elk atoom van de stoffelijke wereld in essentie een levensatoom is, een entiteit die vrije onbegrensde krachten van ontwikkeling of evolutionaire ontplooiing bezit, iedere individuele entiteit overeenkomstig zijn eigen innerlijke kenmerken of svabhāva.
Pantakel
Ook
Een amulet, talisman of een geometrisch figuur dat daarvoor wordt gebruikt. Er bestaat nogal wat verwarring voor wat betreft de afleiding van dit woord, maar het lijkt zeer aannemelijk dat het via het Italiaans en Frans van de wortel
*OV: Volgens andere bronnen kan een
Pantheïsme
[van Grieks
Volgens Plato is theos afgeleid van
Pantheïsme is volgens zijn oorspronkelijke betekenis de basis en oorzaak van evolutie waardoor de innerlijke god, de monadische essentie, of de massa’s van monaden zich in toenemende mate ontwikkelen van lagere naar hogere manifestaties, omdat uiteindelijk dezelfde essentie het hart van ieder vormt.
Pantheon
(Grieks) Een tempel die is gewijd aan alle goden. Ook figuurlijk, het geheel van goden.
Panthera
Ook
Volgens het apocriefe joodse geschrift de
Panthomorphos
[van Grieks
Alle vormen bevattend en daarom mystiek gezien de gehele gemanifesteerde natuur, inclusief alle wezens, voorwerpen en vormen.