© Theosophical University Press 2017

Qedem

(Hebreeuws) Qēdem

Het oosten, het oostelijke land. Gebruikt voor de oostenwind. Ook gebruikt voor oude tijden, de klassieke oudheid en voor dat wat voorafgaat aan het heden en de toekomst, net zoals het oosten het deel is waar de zon zijn reis langs de hemel begint voordat die midhemel bereikt en verdwijnt in het westen.

Qeren

(Hebreeuws) Qeren [van qāran het uitzenden van stralenbundels, schijnen, het hebben van hoorns; macht, kracht, geweldige kracht]

Een hoorn, een schaal gemaakt van hoorn; een muziekinstrument; een straal, bundel, flits, op die manier dat de goden worden beschreven met hoorns — zoals Ashtoreth of Astartē — kan ook worden vergeleken met stralen of bundels van licht.

De Griekse god Pan werd afgebeeld met hoorns, net als verschillende Egyptische goden, terwijl de atef-kroon de hoorns gebruikt als een symbool van kracht en macht. Mozes werd ook vaak beschreven als een drager van hoorns.

Qarnayim (of karnaim) is de tweevoudige vorm en duidt op ‘twee hoorns.’

Zie ook Criocephalus

Qodesh

(Hebreeuws) Ook Kedosh en KedeshQodesh

Heilig, sacraal; een heilige plaats, heiligdom; dat wat heilig is of gewijd. Vrouwelijk meervoud Qedeshoth en mannelijk meervoud Qedeshim verwijzen in bijbelse tijden naar de mannen en vrouwen van gedegenereerde tijden die waren verbonden aan bepaalde tempels als tempelbedienden, de vrouwen waren hier gelijk aan de nachni’s (nautch-meisjes van de hindoepagodes) of tempelprostituees. De mannen waren de ...

Galli, de verminkte priesters van de wellustige riten van Venus Astartē, die ‘naast het huis van de Heer’ woonden. (TG 169)

Qodesh Qodashim

Het ‘heilige der heiligen’ van de tempel, terwijl in de Zohar de Heilige Oude ‘Attiqa’ Qaddisha werd genoemd. In de Codex Nazaraeus wordt de zon Kadush (heilig) genoemd.

Qoheleth

(Hebreeuws) Qoheleth

Prediker, spreker, iemand die een gehoor toespreekt; de titel van Salomo in Prediker.

Qol

(Hebreeuws) Ook KolQōl

Stem, geluid, rumoer. Bath Qol (dochter van de stem) is een oude Hebreeuwse verwijzing naar inspiratie of ingeving, of die nu opkomt in de profeet zelf of dat die wordt opgevangen vanuit een externe bron.

Quadrivium

(Latijn) [van quattuor vier + via weg]

Een plaats waar vier wegen elkaar ontmoeten en elkaar kruisen. Quadrivium werd gebruikt door Boethius en bepaalde middeleeuwse geleerden om de hogere afdeling van de zeven vrije kunsten aan te duiden: wiskunde, geometrie, muziek en astronomie. De lagere afdeling, of trivium, bestond uit grammatica, logica en retoriek.

Quetzalcoatl

(Tolteeks, Nahuatl: Toltecah) Ook Quetzocohuatl

Volgens de overleveringen van de Tolteken is dit de naam van een grote leraar, die uit Tullan (Tollan) of Yucatán kwam en twintig jaar onder hen verbleef en hen bijbracht een deugdzaam leven te leiden, alle oorlogen en elke gewelddadigheid te stoppen, om mensen- en dierenoffers af te schaffen en in plaats daarvan brood en bloemen te offeren. Hij leerde de mensen de kunst van het beeldschrift en de wetenschap van de kalender en de kunst van het werken met metalen waarom Cholula later beroemd zou worden.

Quetzalcoatl wordt beschreven als een wezen van een ander ras, een ‘blanke’ man met een edel uiterlijk, lang zwart haar en volle baard, gekleed in ruimzittend gewaad, terwijl de Tolteken een donkere huid hadden en zo goed als geen baardgroei kenden. De legende vertelt dat hij vertrok naar het land van Tlapallan, andere zeggen dat hij naar Coatzacualco aan de Atlantische kust ging. De plaatselijke traditie houdt nog steeds vast aan de goddelijke naam Gucumatz, wat bij de Quiché de gevederde slang betekent — Quetzalcoatl heeft onder de Azteken dezelfde betekenis.

In de godsdienst van Mexico wordt Quetzalcoatl beschouwd als een grote godheid, een god van de lucht. In de kosmogonie van de Quiché, zoals opgetekend in de Popol Vuh is Gucumatz één van de eerste goden die verschijnt en de rang van een lagere schepper heeft.

Quetzalcoatls ...

scepter en andere ‘tekens’ laten zien dat hij een of andere grote ingewijde uit de oudheid moet zijn geweest die de naam ‘slang’ kreeg vanwege zijn wijsheid, lange leven en vermogens. Tot aan de dag van vandaag hebben de oorspronkelijke stammen van Mexico zichzelf de namen van verschillende reptielen, dieren en vogels gegeven. (TG 269)

Qui Circumambulat Terram

(Latijn) ‘Hij die rond de aarde gaat’

Een uitspraak van middeleeuwse theologen die slaat op de duivel. Maar er is geen reden om die visie te beperken tot de boosaardige werken van Satan. De val van etherische en geestelijke wezens is door de christelijke theologie misvormd om de kwaadaardige werken van de duivel op aarde te benadrukken, maar theosofisch gezien zou de frase eerder slaan op de monaden die hun geestelijke staat hebben verloren om ervaringen in de lagere kosmische gebieden op te doen en die aldus hun omzwervingen vervolgen, niet alleen op en rond de aarde, maar zich ook bewegen door de bollen van onze planeetketen en binnen de zeven heilige planeten van het zonnestelsel van planeet naar planeet trekken.

Quidditas

(Latijn) [van quid wat]

De wat-heid van een ding, zijn essentiële kenmerk, dat door de aard van wat het is, het svabhāva is. Een uitdrukking van middeleeuwse geleerden. Verengelsd tot quiddity (het wezen van iets, spitsvondig zijn, bedrieglijk).

Quiëtisme

Een vorm van religieus mysticisme dat een zekere populariteit genoot binnen de rooms-katholieke kerk van Italië en Spanje in de laatste helft van de 17de eeuw.

Deze beweging was ontstaan als gevolg van de Spirituele Gids die een priester genaamd Miguel de Molinos, in 1675 in Rome publiceerde. Het boek van deze schijnbaar eenvoudige en vrome man laat zien hoe men een toestand van innerlijke vrede kan bereiken door de gedachten en verlangens van alle aardse zaken terug te trekken en naar binnen te keren en die meditatief te fixeren op wat de aspirant ziet als het goddelijke en het gebed. Dit zag hij als het enige wezenlijke, de leer en het ritueel waren onbelangrijk. Zijn opvattingen werden enorm populair en ontvingen de lof van de paus, maar zij zaten wel in de weg van degenen die in die tijd aan de macht waren. Molinos werd veroordeeld en gevangengezet en een vervolging werd ingesteld tegen de quiëtisten in het algemeen.

Ook gebruikt om te refereren aan andere scholen en sekten van dezelfde soort, of te wijzen naar een bijzondere bewustzijnstoestand of staat waarin een passieve berusting wordt aangenomen. Deze Westerse quiëtisten van welke organisatie dan ook zijn als de hatha yogi’s van India. Hoewel er zekere aspecten van duidelijk positieve aard in het ware quiëtisme aanwezig zijn, zit er niettemin nog veel meer waarheid in dat het quiëtisme van welke soort ook in een bepaald opzicht gelijkstaat aan geestelijke en intellectuele slaap of verdoving en gaat daarom pal tegen de richting van de veel hogere geestelijke leringen in waarin de mens wordt aangespoord zo wakker en levend mogelijk te zijn in de wereld waarin hij leeft, zodat hij volledig zijn plicht doet ten aanzien van zijn medemens en de wereld, en tegelijkertijd de hogere geestelijke, intellectuele en psychologische delen van zijn constitutie ontwikkelt.

Quindecimviri

(Latijn) [van quindecim vijftien + viri mensen]

De priesters die in het oude Rome waren belast met de zorg voor de Sibillijnse Boeken. Oorspronkelijk waren het er twee en werden duoviri genoemd, later werden het tien (decemviri) en Sulla breidde die uit tot vijftien, Julius Caesar tot zestien en enkele van de latere keizers voegden daar nog meer aan toe. Omdat zij leden van een raad waren, of wat de Romeinen een Collegium noemden, waren zij staatsambtenaren met welomschreven plichten en een zekere macht.

Quis ut Deus

(Latijn) Iemand als god.

Gebruikt in verband met de kracht van engelen die door de oude middeleeuwse Hebreeuwse en christelijke mystici Michaël werden genoemd [van Hebreeuws mi wie + cha als + ’el God of een godheid].

Qu-tamy

(Chaldeeuws)

Volgens het boek Nabathean Agriculture was hij de mystieke leerling of ingewijde die bepaalde leringen zou hebben ontvangen die Saturnus oorspronkelijk aan de maan doorgaf, die ze op haar beurt weer doorgaf aan haar idool, die ze op zijn beurt weer onthulde aan de aan haar toegewijden.

Theosofische Encyclopedische Woordenlijst